"Welkom in het land van Naoberschop", begroette de gids ons. "Een bijzondere verbintenis van mensen met elkaar en met het landschap." We stonden bij de Enterse Waarf, waar vroeger de Zompen werden gebouwd die de Regge op en af voeren. Twee oudere Enteraars waren aan het timmeren aan een nieuwe Zomp.
In het bosje achter de Waarf was een groep mannen bezig met kappen en snoeien. "Mannen die om allerlei redenen al een tijd geen werk hadden, maken van dit vergeten en ontoegankelijke bosje een speelbos voor kinderen." Eén man zat met een boek op schoot op een boomstronk. "Hij heeft morgen zijn eerste sollicitatiegesprek en is stiknerveus", zei zijn begeleider.
Schoonheid en rust
We volgden de Regge naar het noorden en vielen stil van de schoonheid en de rust. We zagen paarden en fietsers. Een wandelaar vertelde ons dat dit deel van de Regge wordt aangepakt om het natuurlijk verloop te herstellen, nadat die ruim honderd jaar geleden werd gekanaliseerd. Het nieuwe meanderen zorgt voor gedoe met sommige boeren, want een slingerende rivier neemt meer ruimte in beslag dan een rechte. Maar anderen zien het als kans. De wandelaar vertelde enthousiast over een aantal ondernemers dat samen bezig is met de lokale voedselketen, gekoppeld aan de ontwikkeling van het Reggedal.
Bij het Kulturhus van Notter-Zuna vertelden bewoners over plannen om coöperatief woningen te gaan bouwen voor jongeren, op de erven van ouderen. Ze hebben nog veel meer ideeën om met z'n allen dingen slimmer te gaan regelen, zoals energie en zorg. Het klonk als het vormgeven van de Participatiesamenleving, maar misschien was dit wel gewoon Naoberschop.
Terugkomen
We ploften neer op een terrasje en raakten in gesprek met de eigenaar. Hij bleek één van die ondernemers die met de lokale voedselketen bezig was. "Dat project past in een heel programma waarin bewoners, ondernemers en overheden samen een circulaire gebiedseconomie op willen tuigen." "Wat gebeurt hier allemaal?", vroegen wij ons af. En we besloten in september terug te komen.